Soortenbank

Blauwe satijnzwam

-

Entoloma nitidum

Blauwe satijnzwam

Ecologie en verspreiding

Tussen mossen op zure veengrond in berkenbroekbos; maar ook op andere plekken zoals voedselarme eikenbossen op stuifzand. De Blauwe satijnzwam heeft een voorkeur voor extreem voedselarme standplaatsen en is daarom in Nederland sterk achteruit gegaan.

Herkenning

Vruchtlichamen mycena-achtig. Hoed 20–40(–50), kegel- tot klokvormig dan gewelfd met umbo, nauwelijks hygrofaan, niet doorschijnend gestreept, diep blauw met soms een bijna zwart centrum, aangedrukt radiair vezelig-glanzend, niet schubbig. Plaatjes matig wijd uiteen, diep uitgebocht aangehecht, bijna vrij, wit dan roze. Steel 30–100 × 2–5(–7) kleur als hoed, fijn vezelig in de lengte. Geur en smaak onbeduidend. Sporen 7–9 × 6–7 µm, relatief klein en dunwandig, veelhoekig in zijaanzicht. Geen cystiden. Gespen aanwezig.

Een onmiskenbare soort met zijn prachtige blauwe kleur, mycena-achtige habitus en vrij gladde hoed. Microscopisch valt deze soort op door zijn kleine, sterk afgeronde, dunwandige sporen. De IJsvogelsatijnzwam bleek bij nader moleculair onderzoek slechts een slanke vorm van de blauwe satijnzwam. Entoloma nitidum wordt ook wel in het aparte geslacht Entocybe geplaatst, dat wij vooralsnog niet als een goed geslacht erkennen, maar beschouwen als een onderdeel van Entoloma, sect. Turfosa.

Verspreiding