Soortenbank

Gele stekelzwam

-

Hydnum repandum

Gele stekelzwam

Ecologie en verspreiding

Ectomycorrhizapartner van volgroeide loofbomen, vooral Beuk en Eik, zelden naaldbomen, op matig voedselrijke tot voedselarme, zure tot zwak zure, lemige en zandige bodem, in gemengde bossen en in wegbermen. Vrij algemeen op de hoge zandgronden, minder vaak in de duinstreek en Zuid-Limburg. Augustus – november. Deze soort vertoonde een negatieve trend vanaf de jaren zeventig, herstelde zich weer vanaf 1994 maar in het tweede decennium is de trend weer afnemend.

Herkenning

Deze stekelzwam groeit in groepjes of heksenkringen, zelden alleenstaand. Hoed 3-15 (-20) cm doorsnee, gewelfd met iets ingerolde rand dan uitgespreid tot vlak of met ingedeukt centrum, rand vaak gelobd, egaal crème wit tot bleek geel, okergeel, droog, mat, eerst fluwelig, verkalend bij ouder worden. Onderzijde dicht bezet met witte tot geel of iets oranje gekleurde, 2-6 mm lange stekels, aflopend op de steel. Steel 2-8 x 1,5-4 cm, centraal of iets uit het midden geplaatst, soms afgeplat, creme of geel, meestal bleker dan de hoed, fijn berijpt tot donzig. Vlees zacht, wit. Geur aangenaam, fruitig. Smaak mild of iets bitter. Sporenfiguur wit tot okergeel. Deze gele stekelzwam met zacht vlees is onmiskenbaar. Van boven gezien kun je hem verwisselen met de Hanenkam. De Rossige stekelzwam (H. rufescens) heeft een iets donkerder abrikooskleurige of rossige hoed. Deze soort werd vaak opgevat als een variant of vorm van de Gele stekelzwam met iets kleinere en donkere vruchtlichamen, maar recent moleculair onderzoek wijst uit dat deze als een goede aparte soort moet worden beschouwd.

rossige stekelzwam
Rossige stekelzwam
foto Machiel Noordeloos

Verspreiding