Op allerlei soorten strooisel en op takjes, saprotroof, in bossen en in wegbermen en heide. Algemeen, maar lijkt achteruit te gaan; zomer en herfst.
Een kleine mycena, hoed tot 15 mm, halfbolvormig tot vrijwel vlak, soms met papil, rozerood tot roodbruin, met lichtere rand, doorschijnend gestreept, verblekend bij uitdroging, glad. Plaatjes smal met tandje aangehecht, wit tot roze met een donkerrode snede. Steel tot 50 x 0,5-1,5 mm, met dezelfde kleur als de hoed, kaal en glanzend, bij doorbreken een rood melksap uitscheidend. Geur onopvallend. Sporenfiguur wit. De Grote bloedsteelmycena (Mycena haematopus) is groter en heeft geen gekleurde snede, en de steel is niet kaal maar berijpt.
Bezoekadres & postadres
Toernooiveld 1
6525 ED Nijmegen
info@paddenstoelenonderzoek.nl
ANBI-stichting
Paddenstoelenonderzoek Nederland is een ANBI-stichting en maakt onderdeel uit van Stichting Natuur Onderzoek Nederland.