Saprotroof op afgevallen blad van diverse loofbomen, soms ook in naaldenstrooisel. Het is een goede afbreker van dikke strooiselpakketten en tevens een indicatorsoort voor stikstofrijk strooisel. Zeer algemeen in gemengde bossen, parken etc., op allerlei bodemtypen. Zomer-late herfst. Wijd verspreid. Deze nitrofiele soort is sinds de jaren zeventig in opmars en vertoont sindsdien een sterk positieve trend.
Een grote paddenstoel die vaak in heksenkringen of grote groepen groeit, vooral als de herfst vordert. De hoed is gewelfd tot vlak, tot 15 cm doorsnee, grijs tot grijsbruin, vaak met een wit beslag overtrokken; de plaatjes zijn (room)wit, breed aangehecht tot iets aflopend en staan dicht op elkaar. De steel is cilindrisch tot iets knotsvormig, wit tot grijs, met een witviltige basis. Het vlees is dik en stevig en heeft een aromatisch-onaangename geur. Sporenfiguur wit of crème. Deze opvallende paddenstoel kan niet gemakkelijk worden verward met andere soorten. Soms wordt hij geparasiteerd door de Parasietbeurszwam (Volvariella surrecta), vooral oudere exemplaren, die daardoor min of meer mummificeren. Een pigmentloze vorm wordt wel onderscheiden als var. alba. Deze wordt minder vaak gemeld en groeit soms gemengd met de typische variëteit. Het is daarom nogal twijfelachtig of het zin heeft de witte variëteit te onderscheiden.
Bezoekadres & postadres
Toernooiveld 1
6525 ED Nijmegen
info@paddenstoelenonderzoek.nl
ANBI-stichting
Paddenstoelenonderzoek Nederland is een ANBI-stichting en maakt onderdeel uit van Stichting Natuur Onderzoek Nederland.