Ectomycorrhizapartner van voornamelijk loofbomen (Ratelpopulier, Beuk, Berk, waarschijnlijk Eik) minder vaak bij naaldbomen, op droge tot vochtige, voedselarme en voedselrijke bodem, zoals berkenbosjes op veen, wilgenbosjes, elzen-essenbossen, populierenbos, beukenbos, op klei-, leem- en zandbodems. Groeit graag in het bos, minder in lanen. September-november. Vrij algemeen, vooral op de hoge zandgronden en in de duinen, wat minder algemeen op de klei van het rivierengebied.
Een middelgrote gordijnzwam, met een hoed tot 8 cm doorsnee, licht okergeel, slijmerig bij vocht en bij droogte nog aan de lippen plakkend; plaatjes jong met violette tint, later roestbruin; steel wit, met kleverige okergele velumbandjes. Geur radijsachtig, vooral na doorsnijden. Sporenfiguur roestbruin. Een gemakkelijk te herkennen soort met zijn (bleek) okergele kleverige hoed en velumbandjes op de steel.
Bezoekadres & postadres
Toernooiveld 1
6525 ED Nijmegen
info@paddenstoelenonderzoek.nl
ANBI-stichting
Paddenstoelenonderzoek Nederland is een ANBI-stichting en maakt onderdeel uit van Stichting Natuur Onderzoek Nederland.