Ectomycorrhizapartner van verschillende loof- en naaldbomen, zoals Berk, Den, Eik, Beuk en Spar. Komt nu hoofdzakelijk voor in met bomen beplante wegbermen op schrale zand- en leemgrond op de hoge zandgronden en verspreid in de duinstreek, vrij zeldzaam. Juli-oktober.
Een middelgrote amaniet met een heel typische kleur van de hoed, die wel wordt omschreven als porfierbruin: een licht tot donker grijsbruin met een purper-violette inslag. Aanvankelijk is de hoed met kleine bruine tot grijzige velumplakjes bedekt, maar wordt spoedig kaal. De plaatjes zijn wittig. De steel heeft dezelfde kleur als de hoed, maar is vaak over de hele lengte vlekkerig (getijgerd) met een licht-donker patroon, aan de voet sterk knolvormig verdikt. De knol is bedekt met een witte tot grijsviolette volva die vaak een opstaand randje heeft. Het vlees heeft de geur van rauwe aardappels. Sporenfiguur wit. Het postuur en de geur van deze paddenstoel doen denken aan die van de Groene knolamaniet, die echter totaal verschillend van kleur is. Andere bruine amanieten, zoals de Panteramaniet, missen de typisch grijsviolette inslag. De Panteramaniet heeft bovendien witte plakjes op de hoed, de Grauwe amaniet en de Parelamaniet missen volvaresten aan de steelbasis.
Bezoekadres & postadres
Toernooiveld 1
6525 ED Nijmegen
info@paddenstoelenonderzoek.nl
ANBI-stichting
Paddenstoelenonderzoek Nederland is een ANBI-stichting en maakt onderdeel uit van Stichting Natuur Onderzoek Nederland.