Ectomycorrhizapartner van loof- en naaldbomen (o.a. Eik, Den) in loof- en naaldbossen en wegbermen op min of meer voedselrijke, zwak zure tot neutrale, humeuze zand-, leem- of kleigrond, vaak op verstoorde plekken langs boswegen en fietspaden. Algemeen, vooral op de hoge zandgronden en in de duinen, maar ook in de kleigebieden in West- en Noord-Nederland. Juli-november. De trend van deze soort vertoont grote schommelingen van jaar tot jaar, maar is over een lange periode stabiel.
Deze kluifzwam kan tot 16 cm hoog worden. De hoed is onregelmatig gelobd, soms min of meer zadelvormig en zijdelings samengedrukt, op een of meer plaatsen met de steel vergroeid, tot 8 cm hoog en tot 6 cm breed, donkergrijs tot zwart, soms lichtgrijs of grijsbruin, met een lichtere onderzijde, glad tot gerimpeld, kaal. Steel 2-9 x 0,5-2, 5 cm, cilindrisch of naar de voet verdikt, soms samengedrukt, sterk overlangs geribd, vaak met holtes tussen de ribben, grijzig, meestal lichter dan de hoed. De meeste inheemse kluifzwammen zijn bleker van kleur of hebben een kom- tot schotelvormige hoed. Heel af en toe is deze paddenstoel zo bleek dat hij kan worden verward met de Witte kluifzwam (H. crispa). Bij laatstgenoemde soort is echter de hoed nooit op meer plaatsen vergroeid met de steel en de onderzijde van de hoed is behaard.
Bezoekadres & postadres
Toernooiveld 1
6525 ED Nijmegen
info@paddenstoelenonderzoek.nl
ANBI-stichting
Paddenstoelenonderzoek Nederland is een ANBI-stichting en maakt onderdeel uit van Stichting Natuur Onderzoek Nederland.