Een onmiskenbare meestal vrij forse melkzwam, met een hoed tot 16 cm doorsnee, gewelfd met een ingerolde rand, dan uitgespreid tot verdiept, centrum donker olijfbruin tot zwart, lichter naar de rand, oude exemplaren vaak geheel zwart kleurend, licht kleverig, vooral in het midden, rand vaak iets viltig, later glad en glanzend. Plaatjes breed aangehecht tot aflopend, dicht opeen, wit tot bleekgeel, soms olijfkleurig gevlekt, bij druk grijs tot zwart vlekkend. Steel 3-7 x 1-2,5 cm, kort en stevig, cilindrisch, licht olijfgeel tot olijfbruin met blekere top, vaak met donkere watervlekken, licht kleverig tot droog. Vlees stevig, later bros, wit, zonder geur. Smaak na enkele seconden brandend scherp. Melksap overvloedig, wit, grijs opdrogend, zeer scherp. Sporenfiguur wit-crème.